Als motorrijders zich in een groep verplaatsen, doen ze dat ‘baksteensgewijs’. Je rijdt hierbij schuin achter de rijder voor je. Maar baksteensgewijs rijden zorgt vaak voor ongewenst gedrag: veel mensen krijgen het gevoel zich niet meer als één persoon door het verkeer te begeven maar als vast onderdeel van de groep. Dat kan gevaarlijk zijn, daarom frissen we je geheugen op met tips voor het rijden in groepsverband!
Hoewel één van dragende pijlers van het motorrijden ‘vrijheid’ is, blijft het groepsgevoel bijna even belangrijk. Want wat is er nou leuker dan je hobby en passie delen met vrienden, familie of zelfs wildvreemden? En hoewel motorrijden absoluut een groepsaangelegenheid is, zijn we soms wat onhandig in het rijden in een groep.
“Soms op het gevaarlijke af”, herkent Arjan Everink, hoofd Verkeer en Opleidingen bij de KNMV. Hoewel het natuurlijk anders voelt om in een groep te rijden dan in je eentje, blijft het rijden an sich hetzelfde. Je bent immers nog steeds gewoon verantwoordelijk voor je eigen hachje als puntje bij paaltje komt. Ken je dat verhaal van die vriend die in een sloot duikt? Duik jij er dan blind achteraan?
We gebruiken niet graag het woord ‘‘baksteensgewijs’. Bakstenen worden gemetseld en zitten vast, motorrijders moeten vrij kunnen bewegen
Positie op de weg
“Wat we vaak zien, is dat mensen hun eigen veiligheid vergeten in het belang van de groep”, vertelt Everink. “In een bocht weet iedereen dat je vooral je eigen lijn moet rijden en het baksteensgewijs rijden los moet laten. Maar bij rechtuit rijden zijn er ook risico’s waar rekening mee gehouden moet worden.”
Wanneer men in een groep rijdt, lijkt het of mensen hun positie op dat soort rechte einden als ‘vast’ beschouwen. Ze blijven onafgebroken links of rechts rijden zodat de getrapte positie ten opzichte van de rijder voor hen niet veranderd. Zelfs als men dan rakelings langs een obstakel (of tegenligger) op moet rijden, blijft men in die positie.
Everink: “Niet handig als je het mij vraagt. Het kan toch niet zo zijn dat jouw veiligheid in het gedrang komt? Daarom gebruiken wij niet graag het woord ‘baksteensgewijs’. Bakstenen worden gemetseld en zitten vast, motorrijders moeten vrij kunnen bewegen.”
Experiment
Om mensen hiervan bewust te maken, beschrijft Everink een heilzaam experiment: “Ga eens volledig links tegen de aslijn staan op een weg in het buitengebied, op de positie waar je normaal zou rijden met je motor. Probeer daar eens te blijven staan als er in de andere rijbaan een bestelbusje of vrachtwagen met 60 km/u aan komt rijden. Geheid dat je een stapje naar rechts zet, je veilige ruimte in.”
“Maar waarom doe je dat dan niet als je een stuur in je handen hebt?” vraagt Everink zich af. Kies altijd het midden van je veilige ruimte en houdt een buffer aan. Zo heb je meer tijd en ruimte om te reageren op onverwachte dingen. Soms komt dit erop neer dat je baksteensgewijs rijdt, maar dat moet niet het uitgangspunt zijn. Overigens is het ook niet zo dat je uiterst links of uiterst rechts moet rijden als je dan kiest om in formatie te rijden. Zo lang je maar genoeg zicht hebt langs de rijder voor je is het voldoende (zie de rechtse foto hieronder). Een licht kronkelend lint is misschien een betere omschrijving van de manier waarop je rijdt. Komt er een obstakel? Dan voeg je weer netjes in het rijtje in.
Rijd je binnen de bebouwde kom of op een provinciale weg, dan moet de voorrijder rechts in de baan rijden waar dat kan.
Op de snelweg
Er zijn twee manieren om je groep op te bouwen: met de voorrijder links in de baan, of rechts. Afhankelijk van waar je rijdt pas je de groepsindeling hierop aan. Rijd je op de snelweg? Dan moet de voorrijder links in de baan rijden waar dat veilig kan. Rijd je niet op de snelweg, dan moet de voorrijder rechts in de baan rijden waar dat kan.
Het verschil zit ‘m in de richting waarvandaan het gevaar komt. Op de snelweg komt het van achteren. Everink: “Daar zien we regelmatig dat automobilisten de groep als het ware afsnijden wanneer ze na het passeren van de voorste motor in linker positie weer invoegen. Rijdt de voorste rijder dan rechts, dan kan een automobilist die rijder over het hoofd zien, met alle gevolgen van dien.” Qua zichtbaarheid is het dus veiliger om links te rijden als voorrijder.
Niet op de snelweg
Het tegenovergestelde gaat op als je van de snelweg afgaat. Dit heeft dan weer met name te maken met afdekongevallen. Mensen hebben de neiging om alleen directe gevaren te ‘zien’. Het brein filtert namelijk op bekende patronen om zo sneller te kunnen reageren. Aangezien een motor vaak sneller voorbij rijdt dan een auto die daarachter rijdt, zal een afslaande automobilist slechts de motor en de auto daarachter registreren. Omdat de motor over het algemeen sneller rijdt, kan de reactie van het brein zijn dat je nog wel even snel tussen de auto en motor door kunt schieten om je weg weer te vervolgen. Everink: “Tegenliggers kunnen na het passeren van de eerste rijder het idee krijgen dat ze veilig af kunnen slaan. Ze zien dan de tweede rijder – die als het ware verstopt zit achter de eerste rijder – te laat.” Denk dus als je met een groep gaat rijden met name aan je positie op de weg, maar blijf vooral voor jezelf rijden en denken. Het heet nu eenmaal een ‘groep’ en geen ‘kudde’ motorrijders.
Hoeveel is te veel?
Er staat nergens geschreven hoe groot een groep maximaal mag zijn, maar een motorrijder die zijn gezond verstand gebruikt weet dat je al snel met teveel mensen op pad bent. Iedereen weet hoe vervelend het is als de groep opbreekt als je een verkeerslicht tegen hebt of het tempo te hoog ligt. Gebruik dus vooral je gezond verstand is ons advies.
Zeker in een tijd dat grote groepen motorrijders worden gezien als bron van overlast, is het soms verstandig om je groep op te splitsen. Uiteindelijk spreek je elkaar toch pas weer als de koffie met gebak op tafel staat.
Op de snelweg rijd je in het midden van jouw veilige ruimte. Dat kan links, rechts of in het midden van de rijstrook zijn. Hiermee zorg je voor een extra buffer tussen jou en het verkeer op de andere rijstroken.